Over een hamster met een eendenbek

Een half jaar geleden had ik voor het eerst een allergische reactie op penicilline. Mijn lippen tintelden en zwollen op, ik had overal jeuk en een drukkend gevoel op mijn borst. Ik werd toen opgenomen op de spoed. Men behandelde mij met een shot cortisone en daarmee was eigenlijk alles in een mum van tijd opgelost. De volgende dag kwispelde ik de laatste restjes rebellie uit mijn lijf en voor ik het wist stond ik alweer vrolijk te multitasken.

Tot daar het verhaaltje met een happy end.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Drie weken geleden sijpelde er stilletjes een ontsteking aan mijn sinussen binnen. Eentje van het hardnekkige soort. Mijn hoofd zoemde als een kolkende zee, er plakte een dikke vuist in mijn rechteroogkas en mijn lichaamstemperatuur steeg elke dag een half graadje.

In zo’n geval heb je twee opties: 1) Je neemt een dikke stift en doorstreept je agenda voor de komende drie weken. Je ontspant, stopt met het eten van die heerlijke, oude kaas, je dampt drie keer per dag met tea tree en je ontspant nog een beetje meer tot al het vieze slijm uit je hoofd verdwenen is.

Moet ik nog neerpennen dat deze optie compleet onhaalbaar was? Dat mijn agenda tegenstribbelde, dat er centen verdiend en verantwoordelijkheden opgenomen moesten worden? Dat dus.

Optie 2 dan maar: Je gaat naar de huisarts. Ik vertelde hem van de allergische reactie op penicilline. Hij bekeek me wantrouwig, haalde zijn schouders op en toverde uit zijn hoed een preparaat van cortisone, efedrine en penicillinevrije antibiotica. That would do the trick. Dacht hij zelfvoldaan.

pleiter

Twee pilletjes per dag. Eentje ‘s morgens en eentje rond 16h. Want het was een peppige cocktail. De huistovenaar had gelijk: het middeltje werkte, mijn sinusitis verdween en voor ik het wist moest ik nog maar vier pilletjes slikken, ik was er weer bijna vanaf.

Maar toen, ineens, op twee dagen voor de meet, voelde ik precies toch weer iets tintelen. Op en rond mijn lippen, op mijn tong en in mijn keel. De dag erna stond ik op en keek een vreemde hamster met een eendenbek mij aan in de spiegel. Ik belde de huistovenaar. Hij zei dat het wellicht gewoon vochtophoping ten gevolge van de cortisone was. Ik zei dat ik wilde langskomen. De tovenaar zuchtte. Als het écht nodig was kon ik komen. Het was écht nodig. Niemand verandert graag in een hamster met een eendenbek. De huistovenaar vond het allemaal nogal meevallen, stuurde me wandelen. Dat het wel over zou waaien. En dat ik zijn tovermiddeltje écht uitnemen moest.

Die nacht droomde ik tussen de weeën van buikkrampen, oprispingen en krabaanvallen van ontploffende hamsters en kwekkende eendentroepen die over me heen zoefden.

‘s Morgens besloot mijn man om mij naar de spoed te brengen. Ik werd aan een baxter met anti-allergisch spul gehangen en ik kreeg een cortisone shot. Ik hoopte dat ook dit keer hiermee alles snel opgelost en vergeten zou zijn. Die avond echter voelde ik mij belabberder dan ooit. Overal op mijn lijf popte er jeukblaasjes omhoog – zoals paddenstoelen in het bos – die versmolten tot wolkige, roze kwaddels als je eraan krabde. Mijn hoofd was een vuurbol, mijn hart sloeg zichzelf een ongeluk en doorheen mijn bloed raceten de rebellentroepen alsof hun leven er vanaf hing.

big eyes

‘s Morgens bracht mijn man mij terug naar de spoed. Hetzelfde scenario ontrafelde zich aldaar: baxter met anti-allergisch spul en cortisone shot. Ik weet niet waarom ik dacht dat men überhaupt de moeite zou doen om iets anders te proberen. Ik weet niet waarom ik niet protesteerde toen men hetzelfde doemscenario voorstelde. Omdat het zo druk was op de spoed werd ik met baxter in mijn arm en injectie in mijn aderen in een relax(!)-stoel in de wachtkamer gezet. Het anti-allergisch spul maakte mijn gedachten loom en zwaar. De cortisone was als een tikkende tijdbom, ergens verstopt in een kamer in mijn hart. Witte soldaten & rode rebellen, marcheerden op en af, kriskrasten door elkaar, botsten nèt niet, keken steeds nerveuzer in elk hoekje, onder het bed, in valse bodems. De tijd drong. Mensen lagen te kreunen. Krulden zich op in foetushouding. Zuchtten net als ik in de rij van relaxzetels.

Soms komt er een witjas binnen. Dan een fluobroek. Dan een witbroek met bijpassende jas. Kleurencodes denk ik. Onzichtbare hiërarchieën. Mijn moeder zit ondertussen naast me. Afwisseling van de wacht. Ze trekt aan mijn mouw: De blauwjas is er. De spoedtovenaar. Het is nog een jonkie. Moet nog veel leren. Dat vind ik niet erg. Twijfelen is toegestaan.

Atypisch. Zegt hij. Ik knik, hij ook. Wellicht kruisallergie. En – hij kijkt om zich heen of er niemand mee luistert – misschien, heel misschien ook een lichte reactie op de cortisone. Wellicht niet. Maar het zou kunnen. Ik knik, hij ook. Een voorschriftje. Tien dagen medrol. Dat zal de netelroos onderdrukken. Slaappilletje. Indien nodig. Wellicht niet. Maagpilletje. Indien nodig. Misschien.

Ik knik, geef hem een flauw handje, het knettert in mijn lijf en in mijn hoofd. Mijn voeten doen pijn. Men ontslaat mij. Mijn moeder brengt mij naar huis. Vraagt of ze bij de apotheek moet stoppen. Verslagen schud ik mijn hoofd. Neen. Ik ga niks meer pakken. Ik heb genoeg vergif gehad.

ziek

Dat was precies een week geleden. Sindsdien heb ik alles uitgezweet, uitgekotst, uitgescheten, uitgebraakt, uitgekrabd, uitgejankt. Ik heb nog vijf dagen netelroos gehad over heel mijn lijf. Ik heb nog twee dagen olifantenvoeten gehad waardoor ik amper stappen kon. Ik heb nog drie dagen galbulten op mijn hoofd gehad. Ik heb nog zes dagen niet – niet! – kunnen slapen (wegens marcherende rebellen, race-auto’s in mijn bloed en dreigend getik uit één of andere kamer). Ik heb nog steeds jeuk – tussen mijn huid en mijn botten. Ik heb nog steeds gloeiende voeten en handen. Mijn lichaamstemperatuur schiet nog steeds alle kanten uit.

Tussen het luisteren naar het knisperen van mijn huid en het opborrelen van kookbellen in mijn bloed, stroomden dozijnen vragen door mijn lijf. Is dit waar onze geneeskunde voor staat? Het zo snel mogelijk onderdrukken van symptomen ten koste van welke prijs dan ook? Met het oog op het zogezegde comfort van de patiënt maar in werkelijkheid ten dienste van de portemonnee van de Farmamaffia. Is men überhaupt geïnteresseerd in het zoeken naar oorzaken? Mag er nog tijd zijn om te herstellen? Moeten we niet terug meer naar ons lijf luisteren? Ons lijf de kans geven om zich te weren? Om zichzelf te genezen? Dient men je als patiënt niet te vertellen wat de mogelijke bijwerkingen van een medicament zijn? Of zijn dat heilige huisjes waar je in een grote bocht omheen wandelen moet? (“Reactie op cortisone? Dat denk ik toch niet. Dat heb ik nog nooit gehoord. Slapeloosheid door cortisone? Na een week? Dat kan beslist niet…”)

Ik heb besloten om mijn gezondheid weer terug in eigen handen te nemen. Dat betekent voor mij: meer rust, geen kaas meer (ik heb sterk het gevoel dat ik daarvan sinusitis krijg), beter slapen, mij terug strikter houden aan mijn initiële foodplan (+ zoeken naar een manier om selectief doof te worden voor de zeurende criticasters: “Feest zonder taart of wat? Eén klein pateeke kan geen kwaad. De cake is zelf gemaakt hoor. Brood is gezond. Alles met mate. Je hebt ook vezels nodig. Geef die kinderen toch een snoepje. En een ijsje. Eén ijsje kan geen kwaad…”)

Geloof jij nog in onze geneeskunde? Wat zijn jouw ervaringen?

Het zijn zotten die werken…

Sinds 2008 werk ik als freelancer. Ik ben een artistiek manusje en bedenker/uitvoerder van creatieve workshops en cursussen. Per week stapel ik zo’n 10 prestatie-uren op locatie en steek ik mijn neus en handen nog eens 10 uren in voorbereidende en nawerkende taken van thuis uit. Als u een beetje goed kunt tellen, weet u nu dat ik parttime werk en dat ik de helft van die uren presteer vanuit mijn luie zetel, van achter mijn computer, in mijn repetitiekot, tijdens wandelingen in mijn hoofd of daarbuiten, terwijl ik de afwas bekijk. Dat betekent ook dat ik maar 10 uren per week ergens op een bepaald uur in een bepaalde modus verwacht wordt. Dat ik maar 10 uren per week stress stapel. Leeuwen in de ogen kijk. Dat valt goed mee naar hedendaagse normen. Ik prijs me gelukkig.

Kessenich

De afgelopen 3 maanden echter, bundelde ik de taken tot een meer dan voltijdse bezigheid. Ik deed een vervangingsopdracht van 2 à 3 volle dagen per week, ik kreeg 2 vaste lesavonden per week en onderging ondertussen mijn drukste seizoen van het jaar. Al gauw besefte ik dat ik dit moest bekijken als experiment. “Hoe leeft de moderne vrouw?”. Want het huishouden bleef kloppen aan mijn deur en de kindjes vroegen steeds meer ‘waarom?’ en de kippen stopten niet met oorlog voeren en de hond keek met de dag zieliger uit zijn grote, bruine ogen.

Rambo

Het was een afmattingsslag. De laatste twee weken leefde ik op automatische piloot. Telde ik alleen nog af naar de dag dat ik terug ademen kon, dat ik terug de tijd kon pakken om over iets na te denken. Het werk dat ik anders zo graag doe, gleed van me af als water. De dagen flitsten aan mij voorbij. Gelukkig want dit hield ik aan een normaal verstrijken van de tijd niet vol.

We zijn nu twee weken later. Mijn batterijen zijn terug halfvol. Ik kan nu terugkijken op deze periode en de resultaten van mijn experiment op een rijtje zetten. Zodat u er ook eens naar kan kijken en er desgewenst over na kunt denken.

Compleet subjectief en hier en daar, omwille van het dramatisch effect, overdreven resultatenhoopje

Tijdens mijn 3 maanden durende uitputtingsslag van de voltijdse arbeid deden zich volgende zaken voor*:

  • Er stierven drie kippen (van de zeven). Marieke verdween, Pietje II werd doodgepikt door de Koekoeks en Jefke werd ziek, gepikt en legde het loodje.

goedgezindje kipjesP1020765

  • Het Letterkind presteerde minder goed op school. Ik ben in die periode nauwelijks in de klas geweest, had geen energie om te helpen met huiswerktaken en had pas laat door dat ze zich niet lekker voelde in de klas. Ze ging slordig werken en verfijnde de kunst van het zich verstoppen in de klas om daar in haar warme holletje alleen maar die dingen te doen die ze graag doet. Hoofdrekenen is daar niet bij. Meetkunde ook niet. Tafels? Enkel die waarop je je hoofd kan leggen. Om weg te dromen.
  • Ik kwam drie kilo bij. Stress. Vermoeidheid. Te weinig slaap. Chocolade. Geen tijd om te gaan wandelen. Twee keer per week uit eten. Klaargemaakte vleesgerechten kopen bij de slager om tijd uit te sparen. Chocolade. ’s Middags mee-eten met de collega’s ook al heb je geen honger. Geen tijd om te luisteren naar je lichaam. Dingen in je mond proppen in de hoop daar energie mee te kunnen kopen. Chocolade.
  • Het huis was één grote puinhoop. Mijn moeder kwam één keer per week kuisen, maar voor de rest stapelde het vuil, de was, de rommel, de stofjes, de hondenharen, de papiertjes, de kruimeltjes, het ongenoegen zich op in elk hoekje van ons huis. Twee weken voor het einde, kregen we ruzie. Over deze stapeltjes. Ik stampte ze één voor één omver. We struikelden erover. Lieten alles liggen. Zuchtten. Jankten.
  • Ik tekende geen enkele tekening.
  • Ik schreef geen enkel verhaal.
  • Ik boetseerde geen enkel gedicht.
  • Ik deed enkel betaalde optredens.
  • Geen enkel gesprek uit deze periode, geen enkel uitje, geen enkele maaltijd, geen enkele streling, geen enkel lied, geen enkele vraag, geen enkel idee heeft zich vastgeprent in mijn geheugen. Ik ben alles vergeten. In september drukte ik op de fastforward. In december liet ik de knop los. Daar tussenin gebeurde niks. Op lange termijn.
  • Onze hond was boos op me. Negeerde me als ik hem riep, als ik ’s morgens opstond. Nu komt ie terug zijn kopke op mijn schoot leggen als ik op wc zit. Nu komt ie terug giezen aan tafel. Nu flappert ie met zijn staart als ik het juiste been uit bed zwier.
  • We zetten geen kerstboom dit jaar. Al de hoekjes in ons huis zaten vol. Met bergen rommel en ongenoegen. Daar werden we allemaal een beetje verdrietig van. We plengden onze tranen op de bergen. Tot ze stilaan smolten. Tot de hoekstenen van ons huis terug geluk stutten konden.
  • Ik vergaarde nieuwe inzichten. Ik begrijp nu veel beter waarom mensen zo gebrand zijn op efficiëntie en automatisering op het werk, in het huishouden, in hun leven. Dat komt omdat ze tijd te kort hebben. Ze denken dat ze daardoor tijd zullen overhouden om te kunnen zijn. Ik vrees dat ze die extra tijd opnieuw opvullen met geplande en verplichte activiteiten, qualitytime die de gaten in hun agenda dicht.
  • Ik vergaarde genoeg euro’s en goesting om de volgende drie maanden te spenderen aan de creatie van nieuwe dingen. Mijn verhalenbundel “Boze wolven” komt uit, ik werk verder aan mijn prentenboek over Pietje, ik denk verder na over de oprichting van “Buiten de lijntjes”, een vereniging die zich bezighoudt met creatieve en artistieke vorming voor kinderen en jongeren en ik ga beginnen schrijven aan een familieproject.

*De causale relatie tussen beiden laat ik in het midden. Niet helemaal natuurlijk. Anders zou ik dit hoopje niet publiceren. Ik verwacht met andere woorden dat er een dergelijk relatie bestaat tussen mijn situatie op dat moment en de genoemde voorvallen. Naar bewijzen hiervoor moet je niet komen hengelen. Ik doe niet aan wetenschap. Ik doe aan nadenkenschap. 🙂

P1040043

Wat zijn jouw ervaringen, ideeën over het hedendaagse werk- en leefritme? Is voltijds werken op lange termijn een goed idee? Creëren we daarmee een gezonde, gelukkige maatschappij? Is er op dit vlak toch nog altijd een verschil tussen mannen en vrouwen? Laat de gedachten gerust stromen. Er is terug ruimte in dit huis 🙂

No shampoo: update na 5 maanden

Vijf maanden geleden besloot ik om geen shampoo meer te gebruiken. In de post “No gel, crème & poo” kon je al lezen over dit haarexperiment. Op het internet vind je allerlei alternatieve haarwasmethodes, maar ik gebruik gewoon water, kruiden en een beetje citroensap.

FAQ:

Heeft het mijn haar veranderd? Ja.

Ben ik blij met die verandering? Uhm….ja, toch wel.

Zijn mijn haren nu mooier, zachter en gemakkelijker uit te kammen? Neen.

Stinken mijn haren? Neen.

Wonen er beestjes in mijn haardos? Ze kriebelen in elk geval mijn hoofdhuid niet. Verder lijkt het mij gezellig vertoeven bovenin mijn kruin 🙂

Update

Mijn haren keren langzaam maar zeker terug naar hun oorspronkelijke toestand van waterafstotende beschermingsvacht. Met een natuurlijke vetlaag. Zo voelt het toch aan in elk geval. En dat vind ik prima.

Mijn motivatie? Eerlijk gezegd gaat het mij niet zozeer om de schadelijke effecten van shampoo op het milieu, noch om de centen. Het idee dat mijn lichaam ook op dit vlak zelfregulerend is, vind ik gewoon zeer aantrekkelijk. Ikke alles zelluf doen. Weet je wel… 😀

Voor een stuk is ook dit experiment onderdeel van mijn streven naar onthechting.  Onthechting van een wereld waar ik het vaak niet mee eens ben. Rebellie. Dat ook wel. Ik beslis gewoon graag zelf in welke mate ik een consumensje wil zijn.

Ziet mijn haar er goed uit? Oordeelt u zelf maar 😀

P1020724

Na ca. twee maanden no shampoo

P1030647

Na ca. 5 maanden no shampoo, pas gewassen

Haarbandje

Van de haren die in de borstel blijven hangen, heb ik een touw gesponnen. Daarmee heb ik een macramé armbandje gemaakt. 😀

Volgende week ga ik mijn haren laten knippen. Bij coiffeuse Chez Mama. Benieuwd wat zij zal vinden van mijn schapenvacht…

No gel, crème & poo

De afgelopen vijf jaren heb ik bijna al mijn verzorgingsproducten in de vuilnisbak gezwierd. Om verschillende redenen. Het eerste wat ik schrapte was de douchegel. Op een gegeven moment kreeg ik last van droge plekken op mijn bovenarmen. Mijn huisarts raadde mij aan om een dure doucheolie van bij de apotheek te gebruiken. Dit verhielp het probleem niet. Na veel gellige vijven en nog meer geoliede zessen, gebruik ik nu gewoon sunlight zeep. Het goede oude klontje. Ik heb er ongeveer vier per jaar nodig. Tel maar uit.

Het volgende dat ik van mijn lijstje schrapte, was de dagcrème. Op een dag werd ik een kwart eeuw. Hoogtijd volgens mijn moeder om met een dagelijkse smeurbeurt op mijn tronie te beginnen. Ik heb een jaar of vijf gezocht naar een productje waarvan ik geen vette huid of puistjes kreeg. Ik heb het niet gevonden. Het laatste wapenfeit op dit slagveld ging als volgt: Op aanraden stapte ik een parfumerie binnen. Ik legde de verkoopster uit dat ik steeds puistjes kreeg van dagcrème. Zij wist raad! Ze haalde een magisch potje tevoorschijn. Een petieterig magisch potje. Als je dit op je tronie smeerde, kreeg je zeker geen puistjes én verdwenen al die lelijke rimpels als sneeuw voor de zon. Voor de sprookjesachtige prijs van veertig euro. Veertig euro. Dat is een halve dag werken. Ik heb vriendelijk bedankt. Sindsdien smeer ik niks meer op mijn gezicht. Weg puistjes. En rimpels krijg je toch. Ik vind dat niet erg.

Twee maanden geleden heb ik nog iets in de vuilnisbak gezwierd: Mijn shampoo. Ik had al jaren last van schilfertjes. Bovendien was mijn hoofdhuid snel vet en mijn haarpunten droog en gespleten. Ik was mijn haren nu één keer per week met brandnetelthee en een paar druppeltjes citroen. Of met een thee van berkenblad, munt, salie, dovenetel en lavendel. Mijn haren glanzen, zijn gemakkelijk te stylen (door de natuurlijke vetlaag) en de schilfertjes zijn verdwenen. Ik ga het voorlopig zo blijven doen.

De enige verzorgingsproducten die ik nu nog gebruik zijn tandpasta en sunlight zeep. En wat ik zelf brouw met natuurlijke ingrediënten: Goudsbloemzalf, Sint Janskruidolie en lavendelmassageolie. Dat bespaart mij een hoop geld. En geld is tijd. Die stop ik lekker in mijn qualitytime-for-me-&-my-family-&-friends spaarpot 🙂

P1020724No poo for me

SAMSUNG

Sint Janskruidolie

Klaarwakker!

Een verhaal om over na te denken:

Maria* is een vrouw van middelbare leeftijd. Twee jaar geleden begon ze met het nemen van slaapmiddelen. Die kreeg ze voorgeschreven door haar huisarts. Ondanks het feit dat er op de bijsluiter heel duidelijk staat dat je de pillen niet langer dan vier weken mag nemen, bleef haar dokter het middel voorschrijven. Telkens als Maria er om vroeg. Twee jaren lang.

En toch hoorde ik Maria heel geregeld klagen over slaapproblemen. Ondanks de slaappillen, sliep ze licht en werd ze meermaals per nacht door het minste geluid wakker. Door de dag voelde ze zich suf en prikkelbaar.

Ik had al een paar keren geprobeerd om Maria ervan te overtuigen te stoppen met de slaappillen. Daar reageerde ze meestal boos en geïrriteerd op. Haar huisarts beweerde immers dat er zó veel mensen die pillen al jaren zonder problemen slikten, dus het kon vast geen kwaad. Ik bleef de bijsluiter echter hardop voorlezen om Maria’s ogen te openen. En op een dag – een mooie – stemde ze toe: Ze zou een poging wagen om de slaappillen te laten. Ik dacht na over een geschikte slaapkuur voor Maria. Probeerde te achterhalen wat de oorzaak van haar slaapprobleem zou kunnen zijn door met haar te praten en naar haar verhalen te luisteren. Ook schetste ik een zo goed mogelijk beeld van Maria’s aard en temperament.

Op basis daarvan maakte ik een slaapthee van wilde kruiden. Daarnaast deed ik haar een dieetvoorstel – waarvan Maria wellicht enkel het advies volgde om geen koffie meer te drinken – en belde ik haar de eerste week elke dag even op om te vragen hoe de nacht geweest was.

Slaapthee

Slaapthee 2

Slaapthee van wilde kruiden

De eerste twee weken waren niet gemakkelijk. En wellicht was het beter geweest om niet ineens cold turkey te gaan. Maria had een aantal compleet slapeloze nachten (maar die had ze met de slaappillen ook wel eens) en ze leed aan onwenningsverschijnselen. Pijnlijke benen, indringende dromen, hoofdpijn. Toch hield ze vol. Na een week ging het beter. Ze sliep terug een paar uren per nacht en voelde zich beter uitgerust ’s morgens.

Tijdens een bezoek aan haar huisarts vertelde ze dat ze gestopt was met de slaappillen. De reactie van haar huisarts vind ik misschien het meest frappante van heel dit verhaal. Hij reageerde verbaasd over haar besluit en beweerde nogmaals dat deze pillen compleet geen kwaad konden. Immers, zó veel van zijn patiënten gebruikten het al tientalle jaren zonder complicaties. En een bijsluiter moest je toch niet zo letterlijk lezen. Dan stelde hij haar de gebruikelijke onwenningsmethode voor: Het geven van een antidepressivum. Maria was ineens klaarwakker.

Ondertussen zijn we vijf weken verder. Ik heb Maria’s kruidenthee onderweg steeds aangepast aan haar opmerkingen en aan haar slaapevolutie gedurende het experiment. Maria ziet er opvallend uitgerust uit en ze is veel minder prikkelbaar. Ze is van plan om yoga te gaan volgen, maar een suikervrij dieet ziet ze (alsnog?) niet zitten. Maria blijft een onstuimig, warmgebakerd paardje, maar slapen doet ze ondertussen pillenvrij. Een uurtje of vijf per nacht. Volgens mij is dat voldoende voor onstuimige, warmgebakerde paardjes gelijk Maria.

(*Maria is een fictieve naam)

Wat vinden jullie van slaappillen? Worden ze niet té gemakkelijk voorgeschreven? En zijn ze misschien minder onschuldig dan men vaak beweert? Heeft er nog iemand ervaring mee?

Tijd om te spelen!

Onze kinderen hebben geen hobby’s. Dat lijkt een beetje saai. En zielig, dat ook. Dat is het zeker niet. Onze oudste dochter (“Het letterkind“) heeft wel een passie. Ballet. Dat doet ze elke vrijdag. Verder doet ze niks. Onze jongste dochter (“Het zonnekind“) doet helemaal niks.

Zo hebben ze allebei veel tijd om de wereld te ontdekken. Om te spelen. Want dat is wat kinderen doen. De wereld ontdekken door en in het vrije spel. Ongecontroleerd. Met zelf verzonnen regeltjes. Met stenen, zand en kleine prulletjes. Met hun eigen tenen. Met kleurtjes en papier. Met maskers en verkleedkleren. Met bloemen en blaadjes. Zo stappen ze in een heerlijke sprookjeswereld. Bevolkt met prinsessen, heksen en trollen.

DSC01994

078

DSC01985

112

kiddiez

rommel

strand carnac (4)

Stelling: We overladen onze kinderen met hobby’s. Ze moeten naar de zwemles, de turnles, de muziekles en liefst ook nog naar een paar creatieve zomerkampen. We wringen ons in duizend bochten om dit als gezin allemaal gebolwerkt te krijgen. Zouden we niet beter een paar hobby’s schrappen?

Wat vind jij hiervan?